Interview: Herman Vuijsje in het blad Opnieuw / Sept. 2021 / Jaargang 3 

Foto's: Marjan van de Veen - De Rijk

 

 

.Een poldermeisje’ noemt ze zich, dat ‘uiteindelijk op de Wallen belandde.’ Maar dat is maar een deel van het verhaal. Want Riny Reiken, geboren in Wieringerwerf, was ook kantoorbediende, zangeres, uitbaatster van een proeflokaal, trouwambtenaar, begraafplaatsmedewerkster en verkoopster van likorettes. Dat laatste is ze nog steeds. Vanuit haar nieuwe woonplaats Joure, waarheen ze deze zomer verhuisde na bijna veertig jaar wonen en werken in hartje Amsterdam.

           

In 1984 begon Riny, kersvers uit de polder, een winkel in chocoladespecialiteiten in een eeuwenoud pand aan de kop van de Warmoesstraat, hoek Nieuwebrugsteeg: ‘Ik heb altijd gehouden van lekkere dingen proeven.’ Maar het liep moeizaam, de verloedering van de buurt begon, in no time stond de winkel vol junken en bleven bewoners weg.

‘Toen ben ik gaan rondwandelen en liep onder andere binnen bij het proeflokaal van Wijnand Fockink. En dacht: ja, zoiets! Zo kwam ik op het spoor van de jenevers en in 1988 ben ik overgeschakeld op Oudhollands Proeflokaal In de Olofspoort. Ik mocht me erkend jeneverlokaal noemen, daarvan zijn er maar zo’n vijftien in Nederland.’

Dertig jaar stond Riny achter de bar, maar eentonig werd het nooit. Eerst moest ze tegenstand uit de buurt overwinnen. Ze zou het nooit redden zonder gokkasten en zo. ‘Maar ik liep tegen een hele verzameling oude etsen van de binnenstad aan en hing ze allemaal op.  Met die sfeer trok ik een heel ander type mensen, uit de buurt en later uit de hele wereldriny.’

En dan was er de piano. Hans de Bruijn, die verderop speelde in Bar Bizonder, kwam een keer spelen en bleef dat dertig jaar lang doen met zijn Jazz-O-Matic Four. Riny, opgegroeid in een huis vol muziek en zang, zong mee. Operette, maar ook psalmen en kerstliederen voor de daklozenopvang van het Leger des Heils. Had majoor Bosshardt gevraagd, die vaak met De Strijdkreet langskwam in het proeflokaal.

Begin jaren negentig mocht ze een keer mee naar de vermaarde altzangeres Aafje Heynis, trok de stoute schoenen aan en zong iets voor haar. Het klikte: Aafje ging haar les geven. ‘Ze heeft me alles geleerd, van  noten lezen tot gehoortraining.’ Uiteindelijk werd ze een goede vriendin, net als de majoor trouwens.

Zo vertolkte Riny in het proeflokaal regelmatig Schubert, Brahms, Mendelssohn en andere klassieke componisten. Voor een supergemêleerd publiek, waaronder tal van vaste klanten, ieder met een eigen verhaal. En reken maar dat Riny die allemaal kende: ‘Ik ben altijd een verhalenmens geweest.’

Zo was er een randfiguur uit de junkentijd, een crimineeltje, altijd met zo’n stelletje handlangers. ‘Ik had hem al een paar keer uit moeten zetten en op een keer ben ik in de kelder, hij komt op me af en ik denk: o nee, maar hij geeft me twee zoenen en zegt: “Ik ben ziek, ik ga dood.” Toen ben ik nog bij hem thuis geweest.’ Maar ook prins Willem Alexander kwam in zijn studententijd graag een borrel drinken. Friso, toen hij nog leefde, kwam ook vaak.

‘Op een goeie dag was er ook een man die had me horen speechen. Hij was trouwambtenaar en vroeg of ik daar ook niet voor voelde.’ Zo werd Riny BABS, Buitengewoon Ambtenaar Burgerlijke Stand, in de gemeente Diemen. Het ging haar makkelijk af: ‘Ik vond het altijd al leuk om verhaaltjes te schrijven. Ik merkte dat ze me vooral de moeilijke gevallen toeschoven, als er ruzie in het spel was en zo. Kwam m’n ervaring achter de bar goed van pas.’ Later werd ook het proeflokaal een trouwlocatie.

Trouwen... en ook rouwen, want Riny voelde zich altijd al aangetrokken tot het begrafenisgebeuren. Ze nam er een baantje bij op de Nieuwe Oosterbegraafplaats. ‘Maar na afloop wilden ze allemaal mee naar de Olofspoort... zaten we daar met kerst en vroeg ik me af: is het nou een proeflokaal of een rouwlokaal? Toen ben ik daarmee gestopt.’

           

Het werd allemaal een beetje teveel, het rouwen,. het trouwen en ook het proeflokaal zelf: ‘Ik begon me er steeds meer opgesloten te voelen. Zo lang staan, je moet alles onthouden, die heeft een zere vinger, die heeft z’n teen gestoten... ik klaag niet hoor, want ik heb zelf over me afgeroepen.’

Ook de sfeer op straat begon haar steeds meer tegen te staan. ‘Steeds meer overlast van dronkenlappen, piesen tegen de gevel, Amsterdam hè, alles kon. Maar wij moesten steeds meer politieagentje spelen, mensen aanspreken op hun gedrag, op ’t laatst ging het gewoon niet meer.’

Twee jaar geleden heeft ze de zaak van de hand gedaan. Ze was toen al verhuisd naar de Sint Antoniesbreestraat, met uitzicht op de Siebbeleshof. Daar zette ze haar specialiteit van lekkere drankjes voort in de vorm van een webshop, ‘Hartje Mokum’. Allerlei likorettes kun je daar bestellen, likeuren met een alcoholpercentage tegen de vijftien procent, bereid volgens geheime huisrecepten. ‘We werken met ambachtelijk gestookte brandewijn en onze eigen esprits, heel zuivere distillaten.’

De zestien likorettes, die verkrijgbaar zijn in kleine beugelflesjes van twintig en vijftig centiliter, zijn allemaal ontstaan in de Olofspoort en natuurlijk zit aan ieder ervan een verhaal vast. Kijk maar naar de namen: Zuurporem, Allemansvriend, Pak me dan, Wallengang. De verhalen erachter zijn te vinden op Riny’s website hartjemokum.nl. Want o ja, aanstekelijk schrijven kan ze ook nog.

 

Riny Reiken, dertien ambachten, geen ongelukken. Ooit naar hartje Amsterdam getrokken, waar ze de ruimte vond om die ongelooflijke waaier aan talenten te ontplooien. Nu verhuisd naar Joure om tot rust te komen in de nabijheid van haar Friese levensvriend Paul.

En natuurlijk is er ook een likorette met de  Friese vlag erop. Smûk Slokje: ‘voor een smûk, een gezellig moment, en voor trochsetters, doorzetters.’ Twee verworvenheden die Riny op een zeldzame manier heeft weten te combineren.